Voorbereiding:
Het houtoppervlak moet droog, goed geschuurd en vrij van schuurstof en ander vuil zijn.
Applicatie:
Onbehandelde en geschuurde oppervlakken: Vul de gaten met parketplamuur. Schuur (korrel 100 – 120) en reinig geplamuurde oppervlakken voordat je het product aanbrengt. Breng 3 lagen Hydro Wax aan langs de houtnerf. Schuur tussen de tweede en derde laag goed met korrel 150. Zorg voor een gelijkmatige dikte bij elke laag.
Eerder gelakte parket- en houten vloeren: Maak de vloer grondig schoon. Tussenschuren met schuurpapier of schuurnet korrel 120–150. Verwijder het schuurstof met een stofzuiger en werk af met een vochtige, pluisvrije doek. Breng één laag aan met een roestvrijstalen troffel en daarna 1-2 lagen met een roller of troffel. Voer bij twijfel een proefbehandeling uit om het eindresultaat te garanderen.
Opmerking! Als de vloer eerder is behandeld met olie, urethaan of alkydlak, moet de vloer voor het lakken tot op het blanke hout worden geschuurd.
Een oppervlak repareren: Om een met Hydro Wax behandelde vloer te herstellen, verwijder je eerst de slijtplekken en gaten door het gebied voorzichtig te schuren met schuurpapier korrel 150. Breng vervolgens Hydro Wax aan op het beperkte gebied langs de houtnerf. Zorg ervoor dat de vorige laklaag volledig is opgedroogd voordat je een nieuwe aanbrengt.
Roer de lak altijd goed door voor gebruik. Sommige rubbersoorten in tapijt en antislipmaterialen kunnen weekmakers bevatten die permanente schade en kleuraantasting van de lak- en olielaag kunnen veroorzaken.
Onderhoud:
Het gelakte oppervlak bereikt binnen twee weken zijn uiteindelijke hardheid en is dan ook afwasbaar. Zwaar verkeer en wassen moeten in deze periode worden vermeden. Bevlekte oppervlakken kunnen worden gereinigd met een vochtige reinigingsdoek of dweil. Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel. Zeer vuile oppervlakken kunnen later worden gereinigd met een licht alkalisch universeel schoonmaakmiddel.
Het te lakken oppervlak moet droog zijn. Het vochtgehalte van het hout moet 7 ±2 gewichtprocent zijn. De temperatuur van de lucht, het oppervlak en de lak moet tijdens het aanbrengen en drogen hoger zijn dan +18 – 25 °C en de relatieve luchtvochtigheid moet tussen 35 – 65% liggen.