Voorbereiding:
Reinig nieuwe oppervlakken, verwijder stof en vuil. Reinig eerder geverfde oppervlakken met Rensa Super. Matteer harde of glanzende oppervlakken door te schuren en verwijder daarna het stof. Maak onregelmatigheden in het oppervlak glad met een plamuurmiddel.
Applicatie:
Roer het product goed door voor gebruik. Breng de verf een- of tweemaal aan met een lakkwast, mohairroller, schildersponsje of spray. Bij het schilderen van een glad oppervlak, bv. een vlakke deur, kunnen de sporen die de roller achterlaat worden gladgestreken met een verfpad of met een lakkwast. Geschikte nozzel voor airless spuiten 0,011 – 0,013″.
Het te schilderen oppervlak moet droog zijn. Tijdens het lakken en drogen moeten de temperatuur van de omgevingslucht, het oppervlak en de lak hoger zijn dan +10 °C en de relatieve luchtvochtigheid lager dan 80%. Het drogen gaat sneller bij een lage luchtvochtigheid en/of boven + 21 °C. Het aanbrengen gaat gemakkelijker als de lucht in de werkruimte wordt bevochtigd en/of de temperatuur wordt verlaagd. Ventilatie na het schilderen versnelt het drogen.